De recente geschiedenis biedt een groot aantal voorbeelden van populaties van mensen wiens levens zijn verstoord door omstandigheden buiten hun controle. De beste illustraties komen uit de wijdverbreide voedseltekorten die het leven van mensen in West-Europa heeft geteisterd tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Sommige overleefden deze ontberingen beter dan anderen en daarom kunnen wij hier waardevolle lessen uit leren voor onze toekomst.
Ten gevolge van de Britse zeeblokkade op de Noordzee tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918, overleden meer dan 400.000 Duitsers door ondervoeding. Denemarken, dat in de loop van dit conflict neutraal bleef, werd ook zwaar getroffen door de blokkade. Maar in tegenstelling tot de Duitse ervaring, bloeide de Deense. Deze wending van het lot was te wijten aan het inzicht van arts en voedingsdeskundige, Mikkel Hindhede (1862-1945), die als hoofd van het Deense National Laboratory for Nutrition Research in Kopenhagen werkte en voedingsadviseur was van de Deense regering tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Op basis van zijn aanbevelingen, switchte de mensen in Denemarken van een dieet volop in vlees naar een dieet waarbij het grootste deel van hun calorieën kwamen uit zetmeelrijke granen en groenten. Andere landen (zoals Duitsland) bleven geloven in het belang van vlees voor hun mensen met als gevolg dat zij zich niet konden aanpassen aan de veranderende tijden.
Drie miljoen mensen worden zetmeel eters
Op advies Dr. Hindhede werden de meeste varkens verkocht en het aantal melkkoeien met een derde verlaagd. Alcoholproductie was ook beperkt. Deze fundamentele veranderingen zorgden ervoor dat granen beschikbaar kwamen voor menselijke consumptie die anders zouden zijn gebruikt voor de dieren. Zijn eerdere werk en dat van andere wetenschappers, had al de voedingswaarde aangetoond van een dieet op basis van zetmeel, groenten en fruit. Op dat moment wisten goed opgeleide mensen al dat de minimale behoefte aan eiwitten voor de mens zo laag was, dat er niet snel een tekort zou ontstaan. Het verwijderen van vlees zou daarom geen nadelige gevolgen hebben.
In zijn artikel uit 1920 in The Journal of the American Medical Association, schreef Dr. Hindhede: “Zoals onderzoek heeft aangetoond kan de mens op volle kracht vooruit voor een jaar of langer op basis van een dieet op aardappelen en vet en voor een half jaar of meer op voeding van gerst en vet. Afhankelijk van aardappelen en de grote gerst oogst die aan de mens werd gegeven en niet aan de varkens, met als gevolg dat de varkens verhongerden, maar de mensen voldoende voeding kreeg. Onze belangrijkste voedingsmiddelen waren brood, gerstepap, aardappelen, groenten, melk en wat boter. De productie van varkensvlees was erg laag, vandaar dat de boeren alleen het varkensvlees aten wat ze zelf bezaten. De mensen uit de steden en dorpen kregen weinig of geen varkensvlees. Rundvlees was zo duur dat alleen de rijken het zich konden veroorloven om het te kopen in voldoende hoeveelheden.”
Sterftecijfer daalt onder Denen
Wat waren de resultaten van deze verandering in voeding voor de 3 miljoen inwoners van Denemarken? Tijdens de jaren van de meest ernstige voedseltekorten van 1917 tot 1918, daalde het sterftecijfer met 34%, wat zich vertaalde in 6.300 mensenlevens. Dit waren de laagste sterftecijfers ooit gemeld voor Denemarken, zelfs gedurende de jaren voorafgaand aan de oorlog. Dr. Hindhede verbond de afname van sterftegevallen direct aan de consumptie van zetmeel in plaats van vlees. Hij zei: “Dit resultaat was niet verrassend voor mij. Sinds 1885, toen ik begon met mijn experimenten met een laag-eiwit dieet (meestal vegetarisch), ben ik ervan overtuigd geraakt dat fysieke omstandigheden verbeteren ten gevolge van deze levensstandaard. Na het resultaat van uitgebreide studies op dit gebied, ben ik ervan overtuigd dat over-voeding in de vorm van smakelijke vleesgerechten, een van de meest voorkomende oorzaken is van ziekten.”
Vergelijkbare reducties van ziekten en sterfte werden gezien in andere West-Europese landen tijdens beide wereldoorlogen. Bijvoorbeeld: sterfgevallen als gevolg van diabetes daalde in Engeland en Wales tijdens beide oorlogen. Echter, een belangrijk verschil was dat de mensen in Denemarken goed werden gevoed, terwijl een groot deel van West-Europese bevolking honger had. Dr. Hindhede schreef: “Hoewel niet alle lezers het eens zullen zijn met wat ik heb gezegd, kan niemand ontkennen dat de mensen in Denemarken geen reden hadden om te treuren dat hun dieet gedurende de oorlog voornamelijk bestond uit melk, groenten en zemelen. Wanneer Centraal-Europa een vergelijkbaar dieet had aangenomen, betwijfel ik dat dit iemand zou hebben uitgehongerd.”
Lessen voor onze toekomst
Ik ben een optimist, maar… de ergste droogte in de Verenigde Staten in bijna een halve eeuw heeft zich voorgedaan in de zomer van 2012. Twintig tot 40 procent van de gewassen van sojabonen en maïs, bedoeld om varkens, koeien en gevogelte te voeden, zijn vernietigd en voedselprijzen stijgen wereldwijd. Aangezien we het weer, niet veranderen, wat kunnen we er aan doen? In plaats deze gewassen te gebruiken als voeding voor de dieren, kunnen we daarvoor in de plaats de maïs, tarwe, sojabonen en aardappelen aan onszelf geven. De besparingen zouden wereld veranderend zijn.
Het omzetten van plantaardige energie in dierlijke energie is verspilling. Het kost ruim 3 kilogram eetbaar, gezonde granen om 500 gram rundvlees te produceren. Bijna 2 kilogram voor 500 gram varkensvlees en bijna 1 kilogram voor het produceren van 500 gram kip. Herschikking van het land van dierlijke naar plantaardige productie zouden ons voedselbronnen ten minste zeventien maal verhogen. Gewassen zoals aardappelen produceren 17 keer het aantal calorieën als dieren op hetzelfde stuk land. Maar er zouden meer positieve gevolgen zijn aan de vervanging van dierlijke producten in onze voeding door planten.
De snelheid van de opwarming van de aarde zou worden vertraagd. Fossiele brandstoffen (de primaire bron van klimaatverandering) voor de productie van levensmiddelen kan worden verminderd met het veertig-voudige. Bedenk dat 2 calorieën van energie uit fossiele brandstoffen nodig zijn om 1 calorie zetmeelrijk plantaardig voedsel te cultiveren. Met rundvlees kan de verhouding zelfs 80:1 zijn. Met een verandering in eten zouden we daarnaast veel onnodig lijden, waaronder obesitas, hartziekte, diabetes type 2, artritis en borst-, prostaat- en darmkanker, kunnen terugdringen. We zouden onze nationale schuld verminderen doordat de kosten van gezondheidszorg in verband met deze onnodige ziektes afnemen. En we zouden een groot deel van de wereld bevrijden van honger.
Met degenen die blijven vasthouden aan oude gewoonten in de overtuiging dat vlees en zuivel een essentieel onderdeel zijn van ons dieet en dit willen bewaren ten koste van alles, zal het uiteindelijk net zo vergaan als de Duitse burgers in de Eerste Wereldoorlog. Wil je een voldaan gevoel door het eten van aardappelen of verhongeren met een paar stroken bacon? Wil je helpen de planeet te redden of bijdragen aan de vernietiging? Deze kennis is al meer dan een eeuw bekend. Maar hebben wij de wil om nu in actie te komen, voordat het misschien te laat is?
Dit artikel is een vertaling van Lessons from the Past, Directions for the Future, The WWI Starch Solution for Denmark, door Dr. John McDougall.
Geef een reactie